• Home
  • Info
  • CD Verkoop
  • Liedjes
  • Clips e.d.
  • Recensies
  • Optredens
menu
songtekst

Liedjes

Hieronder zie je de teksten van mijn CDs.

  • Honger naar jou
  • Catalpa
  • Mijn koffer
  • Hou je vast
  • Warme regen
  • Sterrenstof
  • D.I.S.
  • Licht in mij
  • Beer
  • Als de stormwind huilt
  • Zij
  • Is er iemand
  • De rivier
  • De weg
  • Altijd bij je
  • Toen
  • De droom
  • Als die eerste keer
  • Tederder
  • Liefde lang
  • Onderhuids
  • In je schoot
  • Windvogel
  • Zwart
  • De mis
  • Alzheimer light
  • Dans
  • Kölse
  • Verlange
  • Hoeëgerhand
  • Opnie gebaore
  • De wending
  • Hónger
  • Ut dinkende hert
  • Dorothee
  • Noeëts mier zinge
  • Achterum is kermis
  • Dich in mich
  • Jezus aan de Maas
  • Herfskind
  • Ónderhuids
  • Bang
  • Spiet
  • Mien noeëdlot
  • Kwetsbaar
  • De rave van de Groeëte Baek
  • Veur altièd
TOP

Honger naar jou

Honger naar jou

Buiten verkleuren de bladeren licht, een bries brengt gedachten weer terug
Naar hoe het eens was, ik was het toen kwijt, was voor mezelf op de vlucht
Achter gebleven, geen spaander bleef gespaard, geen vraag die een antwoord verwachtte
De toekomst verloren, het heden was kwijt, ik was toen nog steeds niet bij machte

Geen licht in de tunnel, de aarde bleek plat, mijn honger verstild als de nacht
Geen aanraking bracht nog wat leven in mij, geen wijsheid had ik nog in pacht
Maar jij bleef geloven, het was er nog steeds, ik voelde jouw hand in de mijne
De richting werd helder, de zon brak weer door, ik kwam met mezelf in het reine

Binnenin huist er een onrust in mij, je weet schat, er ging er veel teloor
Onweer en bliksem, ze raakten mij diep, de nachttrein die denderde door
Verhalen van vroeger, de schim die ik bleek, verwonderd keek ik naar mijn wonden
Ze bleken geheeld, slecht een litteken bleef, ik had mijn geloof terug gevonden

Nog steeds loop je met mij, de liefde is sterk, veel sterker dan ooit was gedacht
En jij wordt steeds mooier, geen rimpel deert mij, verbinding blijkt steeds onze kracht
Mijn lief blijf je altijd en ik blijf je man, je hebt al mijn pijn weggenomen
Mijn honger naar jou kent geen enkele grens, bij jou ben ik echt thuisgekomen

Mijn lief blijf je altijd en ik blijf je man, je hebt al mijn pijn weggenomen
Mijn honger naar jou kent geen enkele grens, bij jou ben ik echt thuisgekomen
Mijn honger naar jou kent geen enkele grens, bij jou ben ik echt thuisgekomen

TOP

Catalpa

Catalpa

Mijn schors is te groot voor mij, er is zoveel ruimte voor groei
Verwachtingen zijn bijgesteld, de bloesem in volle bloei
Mijn takken maken nieuwe scheuten aan, elk blad leest als een roman
Mijn wortels zoeken naar verre diepten, alles volgens een vooropgezet plan

Mijn stam staat stevig geplant, de kruin staat open voor wie wil
Zoekers vinden hier hun nest, het leven staat hier amper stil
Mijn nectar om te drinken, bloemen om te plukken, n bladerdak voor wie verkoeling zoekt
En aan mijn voeten mag je, heerlijk loom zijn, ik sta open voor jouw bezoek

En als mijn dagen op zijn, bouw dan van mijn hout, n nieuw huis om in te wonen
Ik zal er altijd voor je zijn en in gedachten blijven, soms kom ik voorbij in je dromen

TOP

Mijn koffer

Mijn koffer

Dit is mijn koffer, leeg en vuil, de sleutel blijkt al jaren zoek te zijn
De inhoud leger dan ik dacht, en de verwarring krijgt me steeds meer klein
Ik zoek het antwoord hier op straat, maar vreemd genoeg blijkt zoeken vruchteloos
Waar ik ook ben en waar ik ga, het is heel anders dan ik ooit voor koos

Ik leef mijn leven hier op straat, mijn koffer is mijn trouwste metgezel
Verloor mijn liefde en mezelf en in dit leven sta ik buitenspel
Eens leefde ik net zoals jij, een vrouw, een kind, een baan en ook een huis
Maar ik verloor het allemaal, en voel me overal en nergens thuis

Want dit is mijn leven, de hemel is mijn dak en houdt me droog als het niet regent
Ja dit is mijn leven, de hemel is mijn dak en het houdt me droog als het niet regent

Dit is mijn koffer, zoek eens mee, de sleutel die al lang blijkt zoek te zijn
Ligt diep verborgen in mij hart en blijkt zelfs ook van vlees en bloed te zijn
En als je mij soms ooit ontmoet, vraag mij oprecht hoe het nu met me gaat
Want ik ben een mens als jij, al leef ik noodgedwongen hier op straat

Want dit is mijn leven, de hemel is mijn dak en houdt me droog als het niet regent
Ja dit is mijn leven, de hemel is mijn dak en het houdt me droog als het niet regent

TOP

Hou je vast

Hou je vast

Ik stond voor je deur en de stilte viel zwaar, wist niet of je nog in leven zou zijn
In dat ene moment, stond mijn leven plots stil, leek ’n roepende in de woestijn
Versuft lag je daar in een hoek op de grond en het leven leek uit jou gegleden
Herkende mezelf in de angst die ik zag, in de strijd die ikzelf had geleden

De gedachte aan de dood, is herkenbaar en zorgt, dat elk woord overbodig is
Eens lag ik net zoals jij, aan de kant van mijn zijn, er was van alles mis
Er zijn velen als ons, nee je bent niet alleen en ik hoop dat je jouw heling gunt
Heel dichtbij ligt n wereld voor je klaar, met jou als stralend middelpunt

Hou je vast, hou je vast, hou je vast, hou je vast aan dit leven
Hou je vast, hou je vast, je bent niet alleen, we zijn met zovelen

Nee ik was er vaak niet en je liet mij niet toe, in jouw wereld die ik ook herkende
En de liefde bleek weers, kreeg geen vat op jouw hart, was een vreemde en geen bekende
In muziek vind je troost, net als waar ik die vind, heb vertrouwen in al jouw talenten
Deze wereld is er voor jou, het wacht met geduld, er komen nog zoveel mooie momenten

Hou je vast, hou je vast, hou je vast, hou je vast aan dit leven
Hou je vast, hou je vast, je bent niet alleen, we zijn met zovelen


TOP

Warme regen

Warme regen

De duiven bij mijn dakraam, ze geven klank en kleur
De warmte van hun roeken, de veren en hun geur
Maar hoe ze ook hun best doen, de leegte verdwijnt niet
De eenzaamheid, verwarring, geen mens die mij doorziet
Het zonlicht schijnt naar binnen, de stof die dwarrelt sloom
Een dans van deeltjes, traag zo traag, gevangen in een droom
Muziek dat blijft mijn anker, dat schip ligt stevig vast
De rest om mij heen verdwijnt gestaag, alsof het mij niet past

Maar laat de warme regen nu maar komen, spoel me schoon
Spoel me schoon van alle schroom, spoel me schoon, spoel me schoon, spoel me schoon
Laat de warme regen nu maar komen, spoel me schoon
Spoel me schoon van alle schroom, spoel me schoon, spoel me schoon, spoel me schoon

De wolken koud en donker, het onweer geeft geen licht
En buiten is het leeg en koud, een wankel evenwicht
Maar ik, ik moet naar buiten, ik moet er middenin
Doorweekt het liefste en zeiknat, terug naar het begin
Ik dans graag op dit ritme, de regen deert mij niet
Ik kijk verlangend naar omhoog en hoop dat jij me ziet
Geen onweer kan me deren, geen bliksem die me raakt
Laat dit niet eeuwig duren, zelfs aangekleed nog naakt, nog naakt, nog naakt

Laat de warme regen nu maar komen, spoel me schoon
Spoel me schoon van alle schroom, spoel me schoon, spoel me schoon, spoel me schoon
Laat de warme regen nu maar komen, spoel me schoon
Spoel me schoon van alle schroom, spoel me schoon, spoel me schoon, spoel me schoon

TOP

Sterrenstof

Sterrenstof

Tussen sterren, de planeten, steeds opzoek naar wie je bent
Soms naar Venus, dan Neptunus, altijd weer in dit moment
Als een Boeddha op je kussen, kaarsen, wierrook, vederlicht
Ademhaling, weer naar binnen, hand gevouwen, ogen dicht

Zwevend boven aarde, hemel, vleugels dragen jou omhoog
Zweef je steeds weer van mij verder, kleurrijk in een regenboog
Woorden worden soms gedempt, geen zwaartekracht krijgt vat op jou
Dansend in kaarslicht, helder groen en korenblauw

Maangruis op je zachte lippen, haren vol met sterrenstof
En het lichaam waar ik mee vree, maakt mij zelden nog het hof
Hoe is het nu daar bij jouw Boeddha, vind je waar je steeds naar zocht
Maar zo raak je mij nu kwijt op jouw spirituele tocht

Is het soms eenzaam in jou, net als in mij
Is het soms eenzaam in jou, net als in mij, net als in mij, net als in mij

Tussen sterren, de planeten, steeds opzoek naar wie je bent
Soms naar Venus, dan Neptunus, altijd weer in dit moment
Als een Boeddha op je kussen, kaarsen, wierrook, vederlicht
Ademhaling, weer naar binnen, hand gevouwen, ogen
dicht


TOP

D.I.S.

D.I.S.

Met mijn lach, overdag, voel ik me sterk, al is de wanhoop nabij
Soms verward, wel gehard en vaak bevreesd, mijn delen altijd heel dichtbij
Overleven werd snel mijn tweede natuur
Tot kunst verheven, mijn huid verkoop ik heel duur

Door in n ander te zijn, voel ik veel minder pijn en niemand die dan bemerkt
Hoe ik me werkelijk voel, omgewoeld en hoe het intern bij me werkt

Heel vaak verlang ik gewoon naar ‘n tijd, waarin ik in vrede kan zijn
Overvraagd, opgejaagd, geen weg terug, voel ik me soms nog heel klein
Toen ik kind was, werd ik beschimpt en besmeurd
In n ander, valt het me dan niet te beurt

Door in n ander te zijn, voel ik minder pijn en niemand die dan bemerkt
Hoe ik me werkelijk voel, omgewoeld en hoe het intern bij me werkt

In een ander, ga ik nooit over de schreef
Ik verander, naar iemand die mij overleeft

Door in n ander te zijn, voel ik minder pijn en niemand die dan bemerkt
Hoe ik me werkelijk voel, omgewoeld en hoe het intern bij me werkt

Door in n ander te zijn, voel ik veel minder pijn en niemand die dan bemerkt
Hoe ik me werkelijk voel, omgewoeld en hoe het intern bij me werkt
TOP

Licht in mij

Licht in mij

Waar ik werd geboren, liet de wind zich horen
En het licht was zichtbaar en de liefde bij ons thuis
Gaf vreugde, waar ik me op verheugde, heel veel warmte voelbaar en we speelden samen
De kachel brandde en we allerhande, leuke spellen speelden, kwas de zesde van ons stel
En buiten, zag ik door de ruiten, alle kinderen spelen, twas gewoon n fijne tijd

En nu na al die jaren later schijnt dat licht nog steeds in mij
In dit huis om in te schuilen dichtbij jou
Door alles wat mij werd gegeven, werd het kind in mij een man
Want de warmte die ik voelde, brandt nog steeds

Buiten met mijn maten, kreeg ik in de gatenWat het leven in hield
En ik voel nog steeds dat kind dat speelde en zich nooit verveelde
Mijn gitaar dichtbij me, wist niet wat nog komen zou
Dit leven heeft me veel gegeven, voel me heel erg dankbaar voor wat ik ontvangen mocht
Dicht bij je, we nog samen vrijen, in ’n huis dat licht en heel veel warmte geeft

En nu na al die jaren later schijnt dat licht nog steeds in mij
In dit huis om in te schuilen dichtbij jou
Door alles wat mij werd gegeven, werd dat kind in mij een man
Want de warmte die ik voelde, brandt nog steeds

TOP

Beer

Beer

Je weet precies wat je droeg die avond, pyjama rood met witte rand
De stilte die oorverdovend schreeuwt, een echo uit dat andere land
Het vale licht van lantarenpalen, dwars door het geel gestreept gordijn
De slaap die weer op zich laat wachten, dromen die van een ander kunnen zijn

Je lange haar ligt op het kussen en iets dat grijpt je bij de keel
Een steen, een foto, n kleurig blad, n grijze tod van zacht fluweel
Verborgen schatten onder je bed, herinneringen aan een andere tijd
Verhalen die zich weer laten horen, soms ben je ze gewoon weer kwijt

Beer ik mis je zo, beer je zachte vacht, beer het ongewisse, midden in de nacht
Beer ik mis je zo, beer je zachte vacht, beer het ongewisse

De volgende ochtend niet geslapen, de stemming klinkt nog in mineur
De vale zon die schijnt naar binnen, een trage schaduw op je deur
Je voelt de angst, de weg naar vertrouwen, die duurt al zo vreselijk lang
Nog nahijgend van de nachtmerrie, geluiden hoorbaar op de gang
En buiten spelen jouw vriendinnen, geluiden zijn zachtjes gedempt
Kon je ze roepen en bij je halen, maar iets in jou dat altijd remt
Lood in je benen, je mond gesnoerd en zwarte watten in je hoofd
En in de jaren die gaan komen, blijf je onaangenaam verdoofd

Beer ik mis je zo, beer je zachte vacht, beer het ongewisse, midden in de nacht
Beer ik mis je zo, beer je zachte vacht, beer het ongewisse

TOP

Als de stormwind huilt

Als de stormwind huilt

Als de wind aan takken plukt en weinig in je leven lukt
De zon weer ns verstek laat gaan, geen enkel been om op te staan
Wanneer je vlucht in n grijze nacht, die t leven weer tot stilstand bracht
En angst gezond verstand berooft, geen dak boven je hoofd

Omarm je verleden, het brengt je dit naar het heden
Ontwapen al jouw zielenpijn en groei zal dan je wapen zijn

Als de stormwind huilt om jou, bedenk dan dat ik van je hou
En door de ogen van jou, mijn kind, gaat het jou voor de wind

Omarm je verleden, het brengt je dit naar het heden
Ontwapen al jouw zielenpijn en groei zal dan je wapen zijn

Als de stormwind huilt om jou, bedenk dan dat ik van je hou
En door de ogen van jou, mijn kind, gaat het jou voor de wind

TOP

Zij

Zij

Zij, Zij weerspiegelt iets in mij
In haar armen kom ik los, zweef ik zonder vrezen vrij
Zij, pakt mijn handen stevig vast
Bevrijd me van mijn last
Stuurt, verduurt mijn ongeduld

Zij Zij

Voordat ik over mijn eigen schaduw stap
En daar helpt ze me dan bij
Nadat ik weer uit mijn oude angst ontsnap
Staat ze altijd aan mijn zij, Zij

Zij, zet mij in n ander licht
Verdwijnt niet uit mijn zicht, voor altijd aan mijn zij
Zij Zij

TOP

Is er iemand

Is er iemand

Ik heb geprobeerd terug te komen en op dit moment ben ik er
Is er iemand
Er zijn dingen die ik je wil vertellen maar ik weet niet meer precies wat
Is er iemand

Ik weet dat ik niet bang hoef te zijn maar ik ben het wel
Is er iemand
Ik ben alleen en ik denk dat daar nooit iemand komen kan
Is er iemand

Is er iemand want daar is het zo ver weg is er iemand ik ben zo alleen
Is er iemand want daar is het zo ver weg ik ben zo alleen

Ik heb geprobeerd bij jou te komen maar iets liet het niet toe
Is er iemand
Op mijn handen en op mijn knieën naar je toe gekropen
Is er iemand

Is er iemand want daar is het zo ver weg is er iemand ik ben zo alleen
Is er iemand want daar is het zo ver weg ik ben zo alleen

De tijd ik denk niet dat die daar is
En al die jaren heb ik voor jou geleefd zonder het te weten
De tijd ik denk niet dat die daar is
En nu ik het wel weet leef ik in een wereld van het vergeten

Is er iemand want daar is het zo ver weg is er iemand ik ben zo alleen
Is er iemand want daar is het zo ver weg ik ben zo alleen
Ik ben zo alleen ik ben zo alleen

TOP

De rivier

De rivier

Het water ligt rimpelloos te wachten te wachten op wat komen gaat
En jij bent geen moment uit mijn gedachten ik weet immers wat ik achterlaat
Is dit nu de tijd van het oogsten zijn dromen geen bedrog gaan alle remmen los
En in gedachten zweef ik naar je toe omhels je laat je nooit meer los

De rivier ze wiegt me neemt me mee naar jou en naar de zee terug naar huis
De rivier ze wiegt me neemt me mee naar jou en naar de zee terug naar huis

Ik ben als de kolkende rivier de weg zoekend verblind en op de tast
Ik wil de wereld gaan ontdekken wil vrij zijn en jij jij houdt me vast
Mijn liefste je bent mijn oever geeft me richting
Damt me in en bundelt wie ik ben
En wie had ooit kunnen verwachten dat jij juist diegene was waarin ik me herken

En in wezen ben ik eenzaam zoekend naar het licht hou jij me in evenwicht
En ik vertrouw op jouw gedachten en je damt me in en bundelt wie ik ben

De rivier ze wiegt me neemt me mee naar jou en naar de zee terug naar huis
De rivier ze wiegt me neemt me mee naar jou en naar de zee terug naar huis

De rivier

TOP

De weg

De weg

Achter de toekomst, ver weg van hier, daar ligt jouw weg gestippeld, iemand loopt mee
Zoekers die zoeken, vinden het nooit, want wie opzoek is mensen, valt uit de boot
Al het stoffelijke is vergankelijk, het komt naar je toe als je je pas gewonnen geeft
Leef het leven groots, geef jezelf bloot, iedereen loopt uiteindelijk vanzelf zijn eigen weg

Verwerp illusie, kijk om je heen, want zichzelf spiegelt, staat nooit alleen
Twijfel niet langer, ontdek de zon en ga op weg naar liefde en naar je bron
Al het stoffelijke, is vergankelijk, het komt naar je toe als je je pas gewonnen geeft
Leef het leven groots, geef jezelf bloot, iedereen loopt uiteindelijk vanzelf zijn eigen weg

Al het stoffelijke, is vergankelijk, het komt naar je toe als je je pas gewonnen geeft
Leef het leven groots, geef jezelf bloot, iedereen loopt uiteindelijk vanzelf zijn eigen weg
Leef het leven groots, geef jezelf bloot, iedereen loopt uiteindelijk vanzelf zijn eigen weg

TOP

Altijd bij je

Altijd bij je

Voor altijd bij je ik voel gemis ik zie je voor me je beeltenis
Ja je wandelt door mijn hoofd je had gouden bergen beloofd
Ben van mijn zinnen beroofd
En zwijgend roep ik je naam hoe kom ik hier nog vandaan

Ik wil je voelen streel door jouw haar het overspoelt me met huid en haar
En de storm die raast maar door ik volg een enkel spoor
De liefde gaat teloor
En zwijgend roep ik je naam hoe kom ik hier nog vandaan

Mijn vingers zoeken naar jouw gezicht maar ze vervloeken
En zwijgend roep ik je naam hoe kom ik hier nog vandaan

Ik blijf nu achter verwond fragiel mag het wat zachter eelt op mijn ziel
Ja de liefde zwijgt vannacht de stilte staat op wacht
En heeft mij in haar macht
En zwijgend roep ik je naam hoe kom ik hier nog vandaan

Mijn vingers zoeken naar jouw gezicht maar ze vervloeken
En zwijgend roep ik je naam hoe kom ik hier nog vandaan
Mijn vingers zoeken naar jouw gezicht maar ze vervloeken
En zwijgend roep ik je naam hoe kom ik hier in Godsnaam nog vandaan
Hoe kom ik hier in Godsnaam nog vandaan

TOP

Toen

Toen

Toen ik aan kwam bij het einde van mijn weten
Ik balanceerde op het scherpst van mijn gevoel
Toen de drang het bijna won van mijn geweten
Ik weer eens miste voor open doel

Toen stond jij daar alsof je altijd aan mijn zij stond
Veranderde het firmament van licht
Met een nieuwe kijk op mijn leven hervond ik mijn gezicht

Toen de dagen korter werden dan de lange nachten
Toen de hemel nog schreide van verdriet
Ik nog hinkend op twee gedachten me verschuilde in het niet

Toen stond jij daar en keek ik heel diep in je ogen
Kreeg ik gespiegeld wie ik was
Vielen de schellen van mijn ogen verrees de Feniks uit zijn as

Toen stond jij daar en keek ik heel diep in je ogen
Kreeg ik gespiegeld wie ik was
Vielen de schellen van mijn ogen verrees de Feniks uit zijn as

TOP

De droom

De droom

Het is drie uur in de ochtend, ik word wakker uit een droom
Ben weer terug waar ik ooit leefde, en ik ben nu weer je zoon
De verf bladert en de ramen, hangen scheef, de deur die kraakt
En de trap naar waar ik ooit sliep, is voor eeuwig zoek geraakt

De kinderbedden geen geluid de stilte hier klinkt zwaar
Dit huis dat ooit vol leven was als los zand aan elkaar

Zou je kunnen, zou je mogen, zou je durven en kiezen, voor een leven waarin jij bestond
Had je kracht nu, om te vechten, voor wat goed was, niks verliezen, geen zout meer in je wond

Het is drie uur in de ochtend, en ik voel je aan mijn zij
Meer dan veertig jaar geleden, keerde hier ooit het getij
Kzie me nog staan aan je bedrand, en mijn handen strelen jou
En je ogen dof en grijs nu, waren toen nog hemelsblauw

Verroeste spijkers bruin behang een Toorop aan de muur
Een foto geel van ons gezin dit huis staat nu te huur

Zou je kunnen, zou je mogen, zou je durven en kiezen, voor een leven waarin jij bestond
Had je kracht nu, om te vechten, voor wat goed was, niks verliezen, geen zout meer in je wond

Het is drie uur in de ochtend, ik word wakker uit een droom

TOP

Als die eerste keer

Als die eerste keer

Ik zie de kinderbox nog staan de Friese klok tikt zacht
Probeerde op te staan maar had nog niet de kracht
Het speelgoed om me heen het voelde zo vertrouwd
Ik was nooit echt alleen

En daar ergens in die hoek een meter boven mij
Kwam jij steeds op bezoek zong zachtjes tegen mij
Elk woord dat was een reis al begreep ik die nog niet
Het bracht me veiligheid

En nu opnieuw veel intenser dan ooit kom jij weer op bezoek
Hoor ik je weer als die eerste keer je omarmt en laat me nooit meer los
Het is een open boek ik hoor je weer
Het smaakt naar meer net als die eerste keer

Ik weet nog wat mijn moeder zei het zingen dat kwam eerst
Het praten kwam daarna ik heb het nooit verleerd
Het hield me op de been het sleepte mij erdoor ik was nooit meer alleen

En nu ik hier zo zing gelukkiger dan ooit
Bij jullie binnen dring de cirkel is voltooid
Elk woord is nu een reis de tonen brengen rust het aardse paradijs

En nu opnieuw veel intenser dan ooit kom jij weer op bezoek
Hoor ik je weer als die eerste keer je omarmt en laat me nooit meer los
Het is een open boek ik hoor je weer
Het smaakt naar meer net als die eerste keer

Ik hoor je weer het smaakt naar meer
Ik hoor je weer het smaakt naar meer
Ik hoor je weer het smaakt naar meer
Ik hoor je weer net als die eerste keer

TOP

Tederder

Tederder

Elke zondag in de ochtend ga ik met je mee op reis
In een wereld niet de mijne gevangen in vergetelheid
Ooit heel zichtbaar fier en helder nu een schim van wie je was
Zink je langzaamaan steeds verder steeds verder in het moeras

Kijkend naar je handen zie ik sporen van een leven lang
Rose en lichtdoorschijnend kwetsbaar gaan nog steeds hun eigen gang
Dan opeens komt de gedachte helderder nog dan kristal
De kracht van liefde blijft gevangen ook al raakt de geest in verval

Tederder kan het strelen niet zijn tederder kan het strelen niet zijn
Tederder kan het strelen het strelen het strelen niet zijn

Jouw hand rustend in de mijne zachter vlees bestaat er niet
Op de tast en blauw geaderd angst verbergt een diep verdriet
Want hoe ook de toekomst zijn zal een ding blijft me altijd bij
En dat is ons teder strelen teder strelen jou en mij

Tederder kan het strelen niet zijn tederder kan het strelen niet zijn
Tederder kan het strelen het strelen het strelen niet zijn

Tederder tederder

TOP

Liefde lang

Liefde lang

Lichte groeven op je mooi gelaat de tijd krijgt maar geen vat op jou
Ik hou van jou dat dit bestaat
Jaren tellen nu al lang niet meer intieme sfeer
Je houdt me vast laat mij niet los dit vraagt om meer

En nu nu na al die jaren hou ik meer van jou
Dan van mezelf het gaat vanzelf
Jij bent zo mooi mooier dan ik me ooit wensen kon
Je bent mijn bron mijn ochtendzon

Je grijze haren geven kleur aan jou maken jou zacht
Natuurgetrouw vol levenskracht hoe mooi jij lacht
De kinderen zijn nu het huis al uit
En wij ontdekken elkaar opnieuw en gaandeweg een nieuwe weg

En nu nu na al die jaren hou ik meer van jou
Dan van mezelf het gaat vanzelf
Jij bent zo mooi mooier dan ik me ooit wensen kon
Je bent mijn bron mijn ochtendzon

Leven lang liefde lang al zo lang liefde lang
Leven lang liefde lang al zo lang liefde lang

Zachtjes tikken nu de dagen weg het stroomt vanzelf
Wij zijn ons zelf geen buitenkant gaan hand in hand
Herfst in aantocht en in overvloed kleuren de ziel
Nu zo stabiel een warme gloed ontroerend goed

En nu nu na al die jaren hou ik meer van jou
Dan van mezelf het gaat vanzelf
Jij bent zo mooi mooier dan ik me ooit wensen kon
Je bent mijn bron mijn ochtendzon

Leven lang liefde lang al zo lang liefde lang
Leven lang liefde lang al zo lang liefde lang

TOP

Onderhuids

Onderhuids

Ik draag je bij me elk stukje elke vezel in mijn lijf
Het schreeuwt soms dan weer is het stil in mij
Maar altijd altijd altijd zit het ergens
In mij opgeslagen om er nooit meer uit te gaan

Al die jaren steeds meer verloren verlies gaat nooit in een keer
Beetje bij beetje stuk voor stuk alsof doodgaan door blijft gaan

Ik draag je bij me altijd weer een ander gevoel
Het jeukt en het schuurt soms heb ik het helemaal gehad
Maar altijd altijd altijd zit het ergens

In mij opgeslagen om er nooit meer uit te gaan

Al die jaren steeds meer verloren verlies gaat nooit in een keer
Beetje bij beetje en stuk voor stuk alsof doodgaan door blijft gaan

Ik draag je bij me onder mijn huid ik draag je bij me onder mijn huid
Ik draag je bij me onder mijn huid

Al die jaren steeds meer verloren verlies gaat nooit in een keer
Beetje bij beetje stuk voor stuk alsof doodgaan door blijft gaan
Al die jaren steeds meer verloren verlies gaat nooit in een keer
Beetje bij beetje stuk voor stuk
Alsof doodgaan door blijft gaan
En verder gaat verder gaat verder gaat en verder gaat verder

TOP

In je schoot

In je schoot

Ik maak lange reizen in mijn ziel en in mijn hart
Diepe dalen hoge bergen ijle luchten valse start
Hof van Eden niet te vinden een appel en een slang
B tweeënvijftig napalm vuile oorlog martelgang
In mijn eentje op de wereld vrienden op de vlucht
Mensonterende gedachten eindigend in een klucht
De regie is ontnomen stuntman in een wrak
Uitgeroeid en ontbladerd met wortel en tak
Ledematen gebroken vingers in een spalk
Haren vallen bij bosjes ongebluste kalk
Als een aardworm aan Uw voeten doornenkroon op mijn hoofd
Palmenbladeren verloren van mijn zinnen beroofd
Godontsierende gedachten wellend als een krent
Rechters vellen hun oordeel voeten in het cement
Tot op het bot lig ik open anatomische les
Het gezwel wordt groter puisten en een abces

Mag mijn hoofd in je schoot mag mijn hoofd in je schoot
Ik lig hier open en bloot mag mijn hoofd in je schoot

Geen microfoon om te zingen valse noten erbij
Nagels afgebroken de wanhoop nabij
Opgesloten in mijn spinrag laat mij met rust
Ik trek mij terug de krochten kapers op de kust
Geen bezoek aan het heden wentelend in mijn rouw
Maar het graf blijkt gedolven om mijn nek een touw
Geluk is onvindbaar geen spelden in het hooi
Een crematie op handen en zo val ik ten prooi

Mag mijn hoofd in je schoot oeh mag mijn hoofd in je schoot
Ik lig hier open en bloot mag mijn hoofd in je schoot

Maar mag mijn hoofd in je schoot oeh mag mijn hoofd in je schoot
Ik lig hier open en bloot mag mijn hoofd in je schoot

TOP

Windvogel

Windvogel

Windvogel

Tegen dreigend zwarte luchten iel verbonden aan een lijn
Vecht je jarenlang zonder samenhang wil je voelen dat je leeft
Je kan de hemel niet bereiken ook al doe je zo je best
En op deze aard ben je niet geaard wordt het leven geen succes

Windvogel in de lucht zoekend naar de zon
Kom en land nu warm in mijn sterke arm waar het leven ooit begon

Misschien ben je gewoon vergeten om te vinden wie je bent
Had je echt de keus nam je rigoureus de regie over je stem
Wanneer gaat dit vechten over wanneer komt er in jou rust
Wat is het bewijs en wat wordt de prijs wanneer word je je bewust

Windvogel in de lucht zoekend naar de zon
Kom en land nu warm in mijn sterke arm waar het leven ooit begon

Windvogel in de lucht zoekend naar de zon En je landt nu zacht waar je werd verwacht waar het leven ooit begon
En je landt nu zacht waar je werd verwacht waar het leven ooit begon

TOP

Zwart

Zwart

De mins liert niks belangrieks in ‘t laeve, hae herinnert zich slechts
Van waat hae oeëits gevange had
Hae zuut de dinge, vruug zich aaf waorum ‘t zoeë geit
Gevange in zien zeel, gevange in zien gedraag

De man is zwart gekleid, hae druuëg de waorheid in ein kruuts
En vruuëg zich noeëts aaf wie ut zoeëveer komme kôs
Hae haet gelierd niks mier te veule, kin niks anders mièr dan zwiege
Hae kin waal truuk, maar wet neet wie

Wao ging ‘t oeëts fout, wae krieg ut benauwd
Wae verloor zien ónschöld

‘t kind det haet nog gen besef, hae neemp de dinge zoeëwie ze zien
En zien verhaol kin hae neet kwièt
Geteikend veur ‘t laeve, herinnert hae ‘t zich en vruuëg zich aaf
Wie kom ik heej in Godsnaam vanaaf

Wao ging ‘t oeëts fout, wae krieg ‘t benauwd
Wae verloor zien ónschöld


De mens leert niets belangrijks in het leven, hij herinnert zich slechts
Van wat hij ooit gevangen had
Hij ziet de dingen, vraagt zich af waarom het zo gaat
Gevangen in zijn ziel, gevangen in zijn gedrag

De man is zwart gekleed, hij draagt de waarheid in een kruis
En vraagt zich nooit af hoe het zover heeft kunnen komen
Hij heeft geleerd niets meer te voelen, kan niets anders meer dan zwijgen
Hij kan wel terug maar weet niet hoe

Waar ging het ooit fout, wie krijgt het benauwd, wie verloor zijn onschuld

Het kind dat heeft nog geen besef, hij neemt de dingen zoals ze zijn
En zijn verhaal kan hij niet kwijt
Getekend voor het leven herinnert hij het zich en vraagt zich af
Hoe kom ik hier in Godsnaam nog vanaf

Waar ging het ooit fout, wie krijgt het benauwd, wie verloor zijn onschuld



TOP

De mis

De mis

Golve, als ein Tsunami kwaam ut euver dich heer gerold
Tentakels um dich
Verzwolge, woorts dich met haor en huid
Gen kans um te ontvluchte, ieuwig mistig
Bedolve

Neem mich meej wao ‘t veur brande zal
Blief beej mich veur des dich mich óntvals

Einzaam, is dit gevech in dich, d’r zien gen winnaers of verlezers
‘t kump en ‘t geit
Langzaam, woorts dich gevloerd, gen bein um op te staon
Gen krach mier in dien lief
Dien lichaam

Neem mich meej wao ‘t veur brande zal
Blief beej mich veur des dich mich óntvals

Wachtend, tot det de zon weer opkump en de mis verdwient
Trachtend, um dit laeve te verlinge tot ut blief
Laot ‘t gaon, hald mich vas, laot ‘t gaon

Neem mich meej wao ‘t veur brande zal
Blief beej mich veur des dich mich óntvals
Neem mich meej wao ‘t veur brande zal, blief beej mich
Veur des dich mich óntvals


De mist

Golven, als een Tsunami kwam het over je heen gerold
Tentakels om je
Verzwolgen, werd je met haar en huid, geen kans om te ontvluchten eeuwig mistig
Bedolven

Neem me mee waar het vuur branden zal
Blijf bij mij voordat jij me ontvalt

Eenzaam, is dit gevecht in jou, er zijn geen winnaars of verliezers
Het komt en het gaat
Langzaam, werd je gevloerd, geen been om op te staan
Geen kracht meer in je lijf
Je lichaam

Neem me mee waar het vuur branden zal
Blijf bij mij voordat jij me ontvalt

Wachtend, tot dat de zon weer opkomt en de mist verdwijnt
Trachtend, om dit leven te verlengen tot het blijft
Laat het gaan, hou me vast, laat het gaan

Neem me mee waar het vuur branden zal
Blijf bij mij voordat jij me ontvalt
Neem me mee waar het vuur branden zal
Blijf bij mij voordat jij me ontvalt


TOP

Alzheimer light

Alzheimer Light

Noow ik aan de veurdeur staon, bin ik vergaete waat te doon
waat waas ik eigelik toch weer van plan
Ging ik wandele met d’n hónd, wao löp det bies noow toch weer rónd
Ik stop det kielf nog achter ‘t behang
Of ging ik schoefele in de tuin, de ganse border leet in puin
‘t onkroèd steit mich tot de kneen
Ziet geej misschien mien lotgenoot, waat bin ik toch ein idioot
Det ik ‘t allemaol neet

Ik raak alles kwiet, dao vluug de parkiet, de koeëi waas neet dich
‘t geit neet good met mich

Mien vrouw die zet ein köpke thee, we kieke film op teevee
Ik vroog mich aaf wao kin ik die toch van
Dae speuler en de regisseur, wao kwame die nog mier in veur
Wae is die vrouw en wae is toch dae man
Zoe geit ‘t altied kier op kier, mien herses die doon ‘t neet mier
De gater waere groeëter elken daag
’t Is ein wónder en ludiek, det ik heej staon veur mien publiek
Want alles wuurt waal ontzettend traog en vaag

Zing ik ‘n niej leed, bemerk ik de sleet, de teks raak ik kwiet
Dao vluug nog steeds de parkiet

Te kus en te keur, bin ik mien sleutels staon kwiet, staon ze weer es op de veurdeur,
Ik loup oèt de pas, bin ik mobiel kwiet en waor ik vind em, in de ieskas
En as ik wakker waer, is ‘t noow Babette of is ‘t Claire
‘t Helt maar neet op, gater in miene kop, ‘t kwaod is geschied
Dao vluug nog steeds dae rotparkiet


Alzheimer Light

Nu ik aan de voordeur sta, ben ik vergeten wat te doen
Wat was ik nu eigenlijk toch weer van plan
Ging ik wandelen met de hond, waar loopt dat beest nu toch weer rond
Ik stop dat beest nog achter het behang
Of ging ik schoffelen in de tuin, de hele border ligt in puin
Het onkruid staat inmiddels tot mijn knie
Bent u misschien mijn lotgenoot, wat ben ik toch een idioot
Dat ik het allemaal niet overzie

Ik raak alles kwijt, daar vliegt de parkiet
De kooi was niet dicht, het gaat niet goed met mij

Mijn vrouw, ze zet een kopje thee, we kijken film op tv
Ik vraag me af waar ken ik die toch van

Die speler en die regisseur, waar komen die nog meer in voor
Wie is toch weer die vrouw en wie is toch die man
Zo gaat het altijd keer op keer, mijn hersens die doen het niet meer
De gaten worden groter elke dag
Het is een wonder en ludiek, dat ik hier sta voor mijn publiek
Want alles wordt wel ontzettend traag en vaag

Zing ik een nieuw lied, bemerk ik de sleet
De tekst raak ik kwijt, daar vliegt nog steeds de parkiet

Te kust en te keur, ben ik mijn sleutels kwijt en waar staan ze
natuurlijk op de voordeur
Ik loop uit de pas, ben ik mijn mobiel kwijt en waar vind ik het, in de ijskast
En als ik wakker wordt is het nu Babette of is het Clair
Het houdt maar niet op, gaten in mijn kop
Het kwaad is geschied, de tekst raak ik kwijt, uhh lalalala
En daar vliegt nog steeds die rot parkiet


TOP

Dans

Dans

Aan de rand van ut schoèm, de maon die schient zaach
In ‘t holst van de nach, de mis verdwient
Dich hads alle allure, kós ik dien stum nog ens huure
Tot de branding ze gans euverstump

Ik kneel neer in ‘t zand, mien vingers schrieëve
Wäörd die ik nog noeëts had gezag
Ik vis weer achter ‘t net, ein waordeloos gebed
Wachtend tot dien stum weer veur mich zingk

In de vaerte verschient verlossend antwaord
Waorum had ik d’r zelf neet aan gedach
‘t is alsof ik net lier, en ‘t gebeurt kier op kier
Um vas te halde laot ik alles los

Ik lig noow in ut zand gewoeën te wachte
Tot det alles in mich verlore geit
Want inkel op dees manier, ik weit ‘t ech neet mièr
Wachtend tot de storm is weggeweid

Dans met mich, dans met mich, dans met mich

De zón die kump noow op, ik weer net wakker
Ik vrief de zand oèt mien ouge en mien haor
De wäörd die ik dich net schreef, wievuuël ik um dich geef
Haet de vlood veur ieuwig weggewis

Ik loup nao hoès en ik zeen ik gen inkele vootstap
En iets groeëts begint in mich te dage
Inens dan weit ik ‘t weer, wie hard ik ouk crepeer
Ik waer nog altièd door dich gedrage

Dans met mich, dans met mich, dans met mich


Dans

Aan de rand van het schuim, de maan die schijnt zacht
In het holst van de nacht de mist verdwijnt
Jij had alle allure, kon ik stem nog eens horen
Tot de branding ze geheel overstemt

Ik kniel neer in het zand, mijn vingers schrijven
Woorden die ik nog nooit had gezegd
Ik vis weer achter het net, een woordeloos gebed
Wachtend tot je stem weer voor mij zingt

In de verte verschijnt verlossend antwoord
Waarom had ik er zelf niet aangedacht
Het is alsof ik net leer en het gebeurt keer op keer
Om vast te houden laat ik alles los

Ik lig nu in het zand gewoon te wachten
Totdat alles in mij verloren gaat
Want enkel op deze manier, ik weet het echt niet meer
Wachtend tot de storm is weggewaaid

Dans met mij, dans met mij, dans met mij

De zon die komt nu op, ik word net wakker
Ik wrijf het zand uit mijn ogen en mijn haar
De woorden die ik je net schreef, hoeveel ik om je geef
Heeft de vloed voor eeuwig weggewist

Ik loop naar huis en ik zie geen enkele voetstap
En iets groots begint in mij te dagen
Ineens dan weet ik het weer, hoe hard ik ook crepeer
Ik word nog altijd door jou gedragen

Dans met mij, dans met mij, dans met mij


TOP

Kölse

Kölse

Kump ut einde van dit laeve dichterbeej
En in ein sekónde vluug herinnering veurbeej
Kwaam dan spiet veurop en alle heimwee van gemis
Of juus alle moeëjs wie
Lol met mien vrinde, wae ik beminde, gebaorte van kinder
De straot van mien jeug en kölse op ‘t plein

Is de doed niks anders dan de euvergang nao
Ein niej laeve en dringt ‘t dan intelik tot dich door
Det waat werkelik telt is leefde en geborgenheid en ‘t trouw zien aan
Al dien talente, moeëje momente, mier gaeve dan neme
Euvervlood deile, gewoeën gelökkig zien

Einzaam waere we gebaore en einzaam sterve weej
Wievuuël moeëjs ouk um ós haer
Iddere sekónde bringk os de letste doeënderbeej

Lol met mien vrinde, wae ik beminde, gebaorte van kinder
De straot van mien jeugd en kölse op ‘t plein
Lol met mien vrinde, wae ik beminde, gebaorte van kinder
De straot van mien jeugd en kölse op ‘t plein
Kölse op ‘t plein, kölse op ‘t plein


Knikkeren

Komt het einde van dit leven dichterbij
En in een seconde vliegt herinnering voorbij
Kwam dan spijt voorop en alle heimwee van gemis
Of juist al het moois zoals
Lol met mijn vrienden, wie ik beminde, geboorte van de kinderen
De straat van mijn jeugd en knikkeren op het plein

Is de dood niets anders dan de overgang naar
Een nieuw leven en dringt het dan pas tot je door
Dat wat werkelijk telt is liefde en geborgenheid en het trouw zijn aan
Al je talenten, mooie momenten, meer geven dan nemen
Overvloed delen, gewoon gelukkig zijn

Eenzaam worden we geboren en eenzaam sterven we
Hoeveel moois ook om ons heen
Iedere seconde brengt ons de laatste dichterbij

Lol met mijn vrienden, wie ik beminde, geboorte kan de kinderen
De straat van mijn jeugd en knikkeren op het plein
Lol met mijn vrienden, wie ik beminde, geboorte kan de kinderen
De straat van mijn jeugd en knikkeren op het plein
Knikkeren op het plein, knikkeren op het plein


TOP

Verlange

Verlange

Verlange nao dich helt mich op de bein
De zeuktocht nao groeëts en toch ouk waal klein
Wie ‘t oeëits waas en wie ‘t noow is
Iets moeëjers kin d’r ech neet zien, ech neet zien
Geborge beej dich, mien zeel in dien schoeët
Ik waas ‘t soms kwiet ‘t veult noow zoeeë groeët
De hand inein, diene glimlach zoeë moeëj
Iets wermers kin d’r ech neet zien

En als ik thoès kom in dien zaachte erm
Veul ik mich geborge in dien kern
Laeve waas nog noeëts zoeë groeëts
De zits in mien hert en zeel, hert en zeel

Verlange nao dich, ‘t zit in mien blood
Ut klink misschen stóm, ‘t veult intens good
Maar wao ik vruuger auk nao zóch
De zits in mien hert en zeel, hert en zeel

Ik weit ik bin ech neet volmak, maar ik doon mien bes
Dich haes mich in mien hert gerak

En als ik thoès kóm in dien zaachte erm
Veul ik mich geborge in dien kern
Laeve waas nog noeëts zoeë groeëts
De zits in mien hert en zeel, hert en zeel
Hert en zeel, Ine


Verlangen

Verlangen naar jou houdt mij op de been
De zoektocht naar groots en toch ook wel klein
Hoe het ooit was en hoe het nu is
Iets mooiers kan er echt niet zijn, echt niet zijn

Geborgen bij jou, mijn ziel in je schoot
Ik was het soms kwijt, het voelt nu zo groot
De handen ineen, jouw glimlach zo mooi
Iets warmers kan er echt niet zijn

En als ik thuis kom in je zachte armen
Voel ik me geborgen in je kern
Het leven was nog nooit zo groots
Je zit in mijn hart en ziel, in mijn hart en ziel

Verlangen naar jou, het zit in mijn bloed
Het klinkt misschien stom, het voelt intens goed
Maar waar ik vroeger ook naar zocht
Je zit in mijn hart en ziel, in mijn hart en ziel

Ik weet ik ben echt niet volmaakt, maar ik doe mijn best
Je hebt me in mijn hart geraakt

En als ik thuis kom in je zachte armen
Voel ik me geborgen in je kern
Het leven was nog nooit zo groots
Je zit in mijn hart en ziel, in mijn hart en ziel
In mijn hart en ziel, Ine


TOP

Hoeëgerhand

Hoeëgerhand

Ik zoog dich nao al die jaore, nog aeve moeëj
D’r waas zoeëvuul tièd verlaore, weggegoeëjd
‘t ging vanzelf, ik noom dien hand
Op bevel van hoeëgerhand

‘t ging als vanzelf gewoeën, intens intiem
Alsof ‘t altied zoeë had mótte zien
Verstand en geveul gaon hand in hand
Op bevel van hoeëgerhand

Kòm met mich mei zaes se, ‘t is dich en mich
Kòm met mich mei en vreej met mich

‘t ging vanzelf, ik noom dien hand
Op bevel van hoeëgerhand
‘t ging vanzelf, ik noom dien hand
Op bevel van hoeëgerhand

Vreej met mich, vreej met mich


Hogerhand

Ik zag je na al die jaren, nog even mooi
Er was zoveel tijd verloren, weggegooid
Het ging vanzelf, ik nam je hand
Op bevel van hogerhand

Het ging vanzelf, gewoon intens intiem
Alsof het altijd zo had moeten zijn
Verstand en gevoel gaan hand in hand
Op bevel van hogerhand

Kom met me mee zei je, het is jou en mij
Kom met me mee en vrij met mij

Het ging vanzelf, ik nam je hand
Op bevel van hogerhand
Het ging vanzelf, ik nam je hand
Op bevel van hogerhand

Vrij met mij, vrij met mij


TOP

Opnie gebaore

Opnie gebaore

Verborge in ‘n hökske, weggemoefelt en óntkrach
Wachtend um gewek te waere, de stum van dich die rup noow zaach

Ik waas michzelf verlaore, toen kwaams dich veurbeej
Ik werd opnie gebaore, toen ik met dich vreej
’t veult zoeë good met dich, noow ik heej beej dich lig
Veul mich oètverkaore, de wónde gedich, wónde gedich
noow ik heej beej dich lig

Ik waas michzelf kwièt, mós gaon zeuke, ’t waas ‘n innerlik gevech
Tösse de maon, de zón, de sterre, tot mien zien waas bloeëtgelag

Ik waas michzelf verlaore, toen kwaams dich veurbeej
Ik werd opnie gebaore, toen ik met dich vreej
’t veult zoeë good met dich, noow ik heej beej dich lig
Veul mich oètverkaore, de wónde gedich, wónde gedich
noow ik heej beej dich lig

En wie ik dich zoog woort ik wakker, mien hert det ging inens tekièr
Toen pas ginge ouge aope, kwaams dich ech in mien vizier
Tot aan d’n doeëd had ik gezwaore en det veulde ik noow waer
Ik weit weer waat de leefde inhelt

Ik waas michzelf verlaore, toen kwaams dich veurbeej
Ik werd opnie gebaore, toen ik met dich vreej
’t veult zoeë good met dich, noow ik heej beej dich lig
Veul mich oètverkaore, de wónde gedich
’t veult zoeë good met dich, noow ik heej beej dich lig
Veul mich oètverkaore, de wónde gedich, wónde gedich
noow ik heej beej dich lig


Opnieuw geboren

Verborgen in een hoekje, weggemoffeld en ontkracht
Wachtend om gewekt te worden, de stem van jou die roept nu zacht

Ik was mezelf verloren, toen kwam je voorbij
Ik werd opnieuw geboren toen ik met je vree
Het voelt zo goed met jou, nu ik hier bij je lig
Voel me uitverkoren, de wonden gedicht, wonden gedicht
Nu ik hier bij je lig

Ik was mezelf kwijt moest gaan zoeken, het was een innerlijk gevecht
Tussen de maan, de zon, de sterren, tot mijn zijn was blootgelegd

Ik was mezelf verloren, toen kwam je voorbij
Ik werd opnieuw geboren toen ik met je vree
Het voelt zo goed met jou, nu ik hier bij je lig
Voel me uitverkoren, de wonden gedicht, wonden gedicht
Nu ik hier bij je lig

En toen ik jou zag werd ik wakker, mijn hart dat ging ineens tekeer
Toen pas gingen ogen open, kwam je echt in mijn vizier
Tot aan de dood had ik gezworen en dat voelde ik nu weer
Ik weet weer wat de liefde inhoudt
Wonden gedicht, nu ik hier bij je lig

Ik was mezelf verloren, toen kwam je voorbij
Ik werd opnieuw geboren toen ik met je vree
Het voelt zo goed met jou, nu ik hier bij je lig
Voel me uitverkoren, de wonden gedicht
Het voelt zo goed met jou, nu ik hier bij je lig
Voel me uitverkoren,de wonden gedicht
Wonden gedicht, nu ik hier bij je lig


TOP

De wending

De Wending

Kiék mich heej noow staon, óntdoon, klein en iel
Door mien zaachte vleis, kerf ik tekste in mien zeel
Umerm mich, hald mich vas, weeg mich op ut ritme van de storm

En mien blanke huid, vol gater en groeve, schrieuwt duùtelik en hard
Umerm mich, hald mich vas, weeg mich op ut ritme van de wind

In dit laeve, daag en nach, leefde, haat, wit en zwart
Vrede, oorlog, zwaak en sterk, mislökking, meisterwerk
Taegestelling, kier op kier, veur en achter, op en neer
Erm en rièk, zeut en zalt, water, veur, good en fout

Kiek mich heej noow staon, gekwets, neet gezeen
Veurgelaoge, dök bedraoge
Umerm mich, hald mich vas, weeg mich op ut ritme van de zieë

In dit laeve, daag en nach, leefde, haat, wit en zwart
Vrede, oorlog, zwaak en sterk, mislökking, meisterwerk
Taegestelling, kier op kier, veur en achter, op en neer
Erm en rièk, zeut en zalt, water, veur, good en fout

Good en fout, good en fout


De Wending

Zie me hier nu staan, ontdaan, klein en iel
Door mijn zachte vlees, kerf ik teksten in mijn ziel
Omarm me, hou me vast, wieg me op het ritme van de storm

En mijn blanke huid, vol gaten en groeven
Schreeuwt duidelijk en luid
Omarm me, hou me vast, wieg me op het ritme van de wind

In dit leven, dag en nacht, liefde, haat, wit en zwart
Vrede, oorlog, zwak en sterk, mislukking, meesterwerk
Tegenstelling, keer op keer, voor en achter, op en neer
Koffie, thee, zoet en zout, water, vuur, goed en fout

Zie me hier nu staan, gekwetst, niet gezien
Voorgelogen, vaak bedrogen, bovendien
Omarm me, hou me vast, wieg me op het ritme van de zee

In dit leven, dag en nacht, liefde, haat, wit en zwart
Vrede, oorlog, zwak en sterk, mislukking, meesterwerk
Tegenstelling, keer op keer, voor en achter, op en neer
Koffie, thee, zoet en zout, water, vuur, goed en fout

Goed en fout, goed en fout


TOP

Hónger

Hónger

‘t is lente, de lóch is blauwer dan blauw
getjielp van de flotse, ze rope mich aan
‘t waer, ‘t geveul, alles is anders
Binne is ‘t neet te harde, ik mót der oèt
De fiets oèt de stalling, lóch in de bande
De buurvrouw steit te schoefele en rup mich aan
Ze buig iets veureuver en dan gebeurt ‘t weer
Kortsloèting, waor gaon ik toch haer

Maar aete doon ik thoès beej dich, aete doon ik thoès beej dich
Aete doon ik thoès beej dich

‘t is lente, de lóch is zwanger van geure
Doèzende kleure greun, kinder met zónder jas
De zón, ‘t leech, alles is anders
Mien wintervach blieft achter op ‘t terras
Korte zomerrökskes, strakke kuùte, róndinge um gek van te waere
Ze staon te springe um d’r oèt te meuge
De hónger is bijna neet te stille zoeë groeët

Maar aete doon ik thoès beej dich, aete doon ik thoès beej dich
Aete doon ik thoès beej dich

Verlòs mich, verlòs mich, neem mich mei nao veiliger oorden
Dao wao de keld en raegen beschermp
Verlòs mich, laot mich astebleef neet óntspaore
Ik raak heej noeëts aan gewind
Ik raak heej noeëts aan gewind, ik raak heej noeëts aan gewind

Maar aete doon ik thoès beej dich, aete doon ik thoès beej dich
Aete doon ik thoès beej dich

Zondaagse soep met belkes, det vind ik pas ech lekker
As ik det ruuk bin ik zoee thoes
En dan ut leefs gebakke petatte op zien Greeks
De wets waal, in de aove, lekker gekruujd met oregano en citroen
En ’t leefs vis, kabeljouw zoeeals dich det zoee lekker kins klaor maake
Jao, dich wets ech waal wat lekker kooke is
De leefde van de man geit daor de maag, det klop zeker beej mich
Maar maak astebleef gen spuutjes klaor
Spruutjes, getverdamme, ik krieg al boekpien as ik der aan dink
Maar de haemelse modder van dich……..mmmm aaaahhhh


Honger

Het is lente, de lucht is blauwer dan blauw
Getjilp van de mussen, ze roepen naar mij
Het weer, het gevoel, alles is anders
Binnen is het niet te harden, ik moet eruit
Fiets uit de stalling, lucht in de banden
De buurvrouw staat te schoffelen en ze roept naar mij
Ze buigt iets voorover en dan gebeurt het weer
Kortsluiting, waar ga ik toch naar toe

Maar eten doe ik thuis bij jou, eten doe ik thuis bij jou
Eten doe ik thuis bij jou

Het is lente, de lucht is zwanger van geuren
Duizenden kleuren groen, kinderen met zonder jas
De zon het licht, alles is anders
Mijn wintervacht blijft achter op het terras
Korte zomerrokjes, strakke kuiten, rondingen om gek van te worden
Ze staan te springen op eruit te mogen
De honger is bijna niet te stillen zo groot

Maar eten doe ik thuis bij jou, eten doe ik thuis bij jou
Eten doe ik thuis bij jou

Verlos me, verlos me, neem me mee naar veiliger oorden
Daar waar de kou en regen beschermt
Verlos me, verlos me, laat me asjeblieft niet ontsporen
Ik raak hier nooit aan gewend, ik raak hier nooit aan gewend
Ik raak hier nooit aan gewend

Maar eten doe ik thuis bij jou, eten doe ik thuis bij jou
Eten doe ik thuis bij jou
En dan zondagse soep met balletjes, dat vind ik pas echt lekker
Als ik dat ruik ben ik zo thuis
En dan het liefst gebakken aardappelen op z’n Grieks
Je weet wel in de oven, lekker gekruid met oregano en citroen
En het liefst kabeljauw zoals jij dat zo lekker klaar kan maken
Ja, jij weet echt wel wat lekker koken is
De liefde van de man gaat door de maag, dat klopt zeker bij mij
Maar maak asjeblieft geen spruitjes klaar, spruitjes, gadverdamme
Ik krijg al buikpijn als ik er aan denk
Maar die hemelse modder van jou aaahhh


TOP

Ut dinkende hert

Ut dinkende hert

Mien hert is gestorve en toch steit ‘t weer op
Van moment tot moment neem ik aafschied
Ik weit waat umgeit in miene kop
Ik bin bevrijd van ‘t laeve, gen marionet aan ein touw
Ik laot alles binne kómme, ik bin wao ik op vertrouw

Want als mien hert meug is van ‘t vechte
Als mien hert meug is van ‘t bestaon
Vleeg ik dan noeëts mier als eine vogel, laot mich dan maar gaon

Ut dinkende hert, ut dinkende hert, ut dinkende hert

De alde, de kinder, noeëts mier in ós midde
Zeej geleuve in eur veurbestaon, ik mót maar accepteren en baeje
Bin bevrijd van gedachte, veul gen ings mier en haat
Met alles vashalde is ech nemus gebaat

Want als mien hert meug is van ‘t vechte
Als mien hert meug is van ‘t bestaon
Vleeg ik dan noeëts mier als eine vogel, laot mich dan maar gaon
Want als mien hert meug is van ‘t vechte
Als mien hert meug is van ‘t bestaon
Vleeg ik dan noeëts mier als eine vogel
En als ik euverlaef, is alles van mich
Maar als ik sterf, kóm ik truuk beej Dich
Want als mien hert meug is van ‘t vechte
Als mien hert meug is van ‘t bestaon
Vleeg ik dan noeëts mier als eine vogel

Ut dinkende hert, ut dinkende hert, ut dinkende hert


Het denkende hart

Mijn hart is gestorven en toch staat het weer op
Van moment tot moment neem ik afscheid
Ik weet wat omgaat in mijn hoofd
Ik ben bevrijd van het leven, geen marionet aan een touw
Ik laat alles binnen komen, ik ben waar ik op vertrouw

Want als mijn hart moe is van het vechten
Als mijn hart moe is van het bestaan
Vlieg ik dan nooit meer als een vogel, laat me dan maar gaan

Het denkende hart, het denkende hart, het denkende hart

De oudjes, de kinderen, nooit meer in ons midden
Ze geloven in hun voortbestaan, ik moet maar accepteren en bidden
Ben bevrijd van gedachten, voel geen angst meer en haat
Met alles vasthouden is echt niemand gebaat

Want als mijn hart moe is van het vechten
Als mijn hart moe is van het bestaan
Vlieg ik dan nooit meer als een vogel, laat me dan maar gaan

En als ik overleef, is alles van mij, en als ik sterf kom ik terug bij U

Want als mijn hart moe is van het vechten
Als mijn hart moe is van het bestaan
Vlieg ik dan nooit meer als een vogel

Het denkende hart, het denkende hart, het denkende hart


TOP

Dorothee

Dorothee

Beethovens für Elise, speult nog steeds door miene kop
Dien vingers zegge mier dan wäörd, ik heb dich gekint
Maar heb ik dich oeëts waal gehuurd

Assepoester waas dien plek, gen schoel, gen beuk om oet te liere
Verstand genóg, geveul te euver, gebaore oet d’n doeëd
Maar gen geboorterech gekrege

Oet stóf woorts dich gebaore
Als stóf wuurs dich noow door de wind veurtgedraage
Un heldere ster, un schittering in de raegenbaog
‘t leeg des dich luuts schiene, dien spel op piano en cello
Ik huur ‘t en ik weit noow det ‘t good is


Dorothee

Beethovens Für Elise, speelt nog steeds door mijn hoofd
Jouw vingers zeggen meer dan woorden
Ik heb je gekend, maar heb ik jou ooit wel gehoord

Assepoester was je plek, geen school geen boeken om uit te leren
Verstand genoeg, gevoel te over, geboren uit de dood
Maar geen geboorterecht gekregen

Uit stof werd je geboren
Als stof word je nu door de wind voort gedragen
Een heldere ster, een schittering in de regenboog
Het licht dat je laat schijnen, jouw spel op piano en cello
Ik hoor het en ik weet nu dat het goed is

]
TOP

Noeëts mièr zinge

Noeëts mièr zinge

En heej staon ik dan, de hande deep in de tesse, gen interesse in waat de leefde bringen zal
En doo staon ik dan, half boete weste, op de grondveste van mien bestaon

Zal ik oeits nog veule van waat ik noeëts mier zingen kan
Van waat ik noeëts mier zingen kan van waat ik noeëts mier zingen kan

En heej staon ik dan, allein en verlaote, gelaote euver waat mich te wachte steit
En dao gao ik dan, waat steit mich te wachte, en ik glimlach maar wat veur mich oet

Zal ik oeits nog veule van waat ik noeëts mier zingen kan
Van waat ik noeëts mier zingen kan van waat ik noeëts mier zingen kan

Zeukend naor de zin van ut bestaon, krieg ik antwoord wie weej veerder gaon
Dreumend wie ut oeits had kinne zien waat steit mich te wachte
Waat steit mich te wachte, waat steit mich te wachte
]

En hier sta ik dan, de handen diep in de zakken, geen interesse in wat het leven brengen zal
En daar sta ik dan, half buiten westen, op de grondvesten van mijn bestaan

Zal ik ooit nog voelen van wat ik nooit meer zingen kan
Van wat ik nooit meer zingen kan, van wat ik nooit meer zingen kan

En hier sta ik dan, alleen en verlaten, gelaten over wat me te wachten staat
En daar ga ik dan, wat staat mij te wachten, ik glimlach maar wat voor me uit

Zal ik ooit nog voelen, wat ik nooit meer zingen kan

Wat ik nooit meer zingen kan, wat ik nooit meer zingen kan
Zoekend naar de zin van het bestaan, krijg ik antwoord hoe we verder gaan

Dromend hoe het ooit had kunnen zijn, wat staat me te wachten
Wat staat me te wachten, wat staat me te wachten


TOP

Achterum is kermis

Achterum is kermis

Ik waas dink ik un jaor of ach, belde aan de veurdeur en had verwach
Det mien mooder opedeej,
Maar alles waat ik te huure kreeg, waas mien mooder die reep: “Achterum is kermis, jong”

Maar aok mien vrinde Han, Henk en Sef, hadde al snel ut besef
Det met mien mooder neet te spotte veel
Trekkend aan dae bel, huurde zeej al snel: “Jonges, achterum is kermis”

Ik begreep toen nog neet, det als ik achterum leep
d’er gen kermis waas of iets waat der op leek

Ik waas pas viertien en ik weit ut nog good, veur ut ierst in ut laeve echt op de proof
‘k waas verslage wist mich zelf genne raod
Met waat ut laeve mich had gebrach, ut waas veul anders dan gedach
Noeëit mier “Achterum is kermis”

En aok mien vrinde Han, Henk en Sef, hadde al snel ut besef
Dat der niks mier te spotte veel
Zeukend naor de bel, ut laeve ging eur vuel te snel, noeëits mier “achterum is kermis”

G Ik begreep toen nog neet, det als ik achterum leep
d’er gen kermis waas of iets waat der op leek


Ik was denk ik een jaar of acht, belde aan de voordeur en had verwacht
Dat mijn moeder open deed
Maar alles wat ik te horen kreeg, was mijn moeder die riep “achterom is kermis jongen”

Maar ook mijn vrienden Han, Henk en Sef, hadden al snel het besef
Dat met mijn moeder niet te spotten viel
Trekkend aan de bel, hoorden zij al snel “jongens, achterom is kermis”
Ik begreep toen nog niet, dat als ik achterom liep
Er geen kermis was of iets wat daar op leek

Ik was pas veertien en ik weet het nog goed, voor het eerst in mijn leven echt op de proef
Ik was verslagen, wist mezelf geen raad
Met wat het leven had gebracht, het was veel anders dan gedacht
Nooit meer “achterom is kermis jongen”

En ook mijn vrienden Han, Henk en Sef hadden al snel het besef hadden al snel het besef
Dat er niets meer te spotten viel
Zoekend naar de bel, het leven ging hen ook veel te snel, nooit meer “achterom is kermis”

Ik begreep toen nog niet dat als ik achterom liep
Er geen kermis was of iets wat daar op leek


TOP

Dich in mich

Dich in mich

Dich zits hielemaol in mich, dien ziel, dien stum, heej dreit ut um
Dien vingertoeppe strele mien gezich
Dich zits hielemaol in mich, ik bin zoeë blie, ‘tgeit noeits veurbeej
Dien leefde haet mich truuk gebrach beej mich

En s’nachs in bed, dreum ik det ik
daor mien raam kom aangezweet, dit veult zoeë good, dich bis mien leef
Dit is mièr als een leefdeslaeve lang

Dich zits hielemaol in mich, dien hert, dien mónd, ‘t is óngezónd
Te laeve en te sterve zónder dich
Dich zits hielemaol in mich, ik kiek dich aan, ik kin ut aan
Dien leefde heet mich truuk gebrach beej mich

En s’nachs in bed, dreum ik det ik
Wakker waer, ik bin dich kwiet, en ik crepeer, waor gaon we haer
Dit is mièr als een leefdeslaeve lang

En s’nachs in bed, dreum ik det ik
daor mien raam kóm aangezweef, dit veult zoeé good, dich bis mien leef
Dit is mièr als een leefdeslaeve lang

Dich zits hielemaol in mich, dien hert, dien mónd, ‘t is óngezónd
Te laeve en te sterve zónder dich


Jij zit helemaal in mij, je ziel, je stem, hier gaat het om
Je vingertoppen strelen mijn gezicht
Jij zit helemaal in mij, ik ben zo blij, het gaat nooit voorbij
Jouw liefde heeft mij teruggebracht naar mezelf

En ‘s nachts in bed, droom ik dat ik
Door mijn raam kom aangezweefd, dit voelt zo goed, je bent mijn lief
Dit is meer dan een liefdesleven lang

Jij zit helemaal in mij, jouw hart, je mond, het is ongezond
Te leven en te sterven zonder jou
Jij zit helemaal in mij, ik kijk je aan, ik kan het aan
Jouw liefde heeft mij teruggebracht naar mezelf

En ‘s nachts in bed droom ik dat ik
Wakker word, ik ben je kwijt en ik crepeer, waar gaat dit heen
Dit is meer dan een liefdesleven lang

En ‘snachts in bed, droom ik dat ik
Door mijn raam kom aangezweefd, dit voelt zo goed, je bent mijn lief
Dit is meer dan een liefdesleven lang

Jij zit helemaal in mij, jouw hart je mond, het is ongezond
Te leven en te sterven zonder jou


TOP

Jezus aan de Maas

Jezus aan de Maas

Blijf mij nabij, wanneer het avond is

Ik waas Jezus aan de maas, Jezus aan de Maas
Ik werd eine kier helaas, tevuuël gekruètzigd, wie det kwaam, ik noom gen zilverlinge aan
Ik kösmoelde eine kier tevuül en de haan kreide veer kier

Ik waas Jezus aan de maas, Jezus aan de Maas

Blijf mij nabij, wanneer het avond is

Ik waas Jezus aan de maas, Jezus aan de Maas

Nae, laope euver ut waater kos ik neet, en de wien smakte mich net iets te zalt
ut waer waas net iets te kalt, de kruètswaeg waas aan de lange kant
Ik waas Jezus aan de maas, Jezus aan de Maas

Neum mich maar dwaas, en Judas wist ut waer ens baeter, Eloi, eloi, lama sabaktani
Neum mich maar dwaas, Judas wist ut waer ens baeter, Eloi, eloi, lama sabaktani

Neum mich maar dwaas, en Judas wist ut waer ens baeter, Eloi, eloi, lama sabaktani
Neum mich maar dwaas, Judas wist ut waer ens baeter, Eloi, eloi, lama sabaktani

Blijf mij nabij, wanneer het avond is


Blijf mij nabij, wanneer het avond is

Ik was Jezus aan de Maas, Jezus aan de Maas
Ik werd een keer teveel gekruisigd
Hoe dat kwam, ik nam geen zilverlingen aan
Ik kuste een keer teveel en de haan kraaide vier keer

Ik was Jezus aan de Maas, Jezus aan de Maas

Nee, lopen over het water kon ik niet
En de wijn was me net iets te zout
Het weer was net iets te koud en de kruisweg was aan de lange kant

Ik was Jezus aan de Maas, Jezus aan de Maas

Noem me maar dwaas, Judas wist het weer eens beter
Eloi, Eloi, lama sabaktani
Noem me maar dwaas, die Judas die wist het weer eens beter
Eloi, Eloi, lama sabaktani

Ik was Jezus aan de Maas, Jezus aan de Maas

Blijf mij nabij, wanneer het avond is


TOP

Herfskind

Herfskind

Herfskind, wervelwind, ermkes wièd, zeukend noar de zon
Herfskind, wervelwind, pakt de moan, veurdet de daag begôs
Herfskind, wervelwind, veul de grond, dich bis Gods laevesbron

Dans dien laeve rónd, verf dien wereld bont, wange roeëd gekleurd
Bewaeg en vleeg en dans maar in ut rónd

Herfskind, wervelwind, vingers hoeg, rake de hemelboog
Herfskind, wervelwind, auge groeet, vuuël leefde in dien blood
Herfskind, wervelwind, heurkes zaach, op dich heb ik gewach

Dans dien laeve rónd, verf dien wereld bont, wange roeëd gekleurd
Bewaeg en vleeg en dans maar in ut rónd
Dans dien laeve rónd, verf dien wereld bont, wange roeëd gekleurd
Bewaeg en vleeg en dans maar in ut rónd, bewaeg en vleeg en dans maar in ut rónd

Dees wereld is veur dich, dees wereld is veur dich

Bewaeg en vleeg en dans maar in ut rond

Dans dien laeve rónd, verf dien wereld bont, wange roeëd gekleurd
Bewaeg en vleeg en dans maar in ut rónd

Dans


Herfstkind, wervelwind, armpjes wijdt, zoekend naar de zon
Herfstkind, wervelwind, pakt de maan voordat de dag begon
Herfstkind, wervelwind, voel de grond je bent Gods levensbron

Dans je leven rond, verf je leven bont, wangen rood gekleurd
Beweeg en vlieg en dans maar in het rond

Herfstkind, wervelwind, vingers hoog raken de hemelboog
Herfstkind, wervelwind, ogen groot, veel liefde in je bloed
Herfstkind, wervelwind, haren zacht, op jou heb ik gewacht

Dans je leven rond, verf je leven bont, wangen rood gekleurd
Beweeg en vlieg en dans maar in het rond
Dans je leven rond, verf je leven bont, wangen rood gekleurd
Beweeg en vlieg en dans maar in het rond
Beweeg en vlieg en dans maar in het rond

Deze wereld is voor jou, deze wereld is voor jou

Beweeg en vlieg en dans maar in het rond

Dans je leven rond, verf je leven bont, wangen rood gekleurd
Beweeg en vlieg en dans maar in het rond

Dans


TOP

Ónderhuids

Ónderhuids

Ik draag dich beej mich, elk stökske, elke vezel in mien lièf
Ut schrieuwt soms, dan weer is ut stil in mich
Maar altièd, maar altièd, jao altièd zit ut örges
Örges opgeslage um d’er noeëts mier oèt te gaon

Nao al die jaore, steeds weer ein bietje verlaore, verlaere geit noeëts in eine kièr
Bietje beej bietje, stök veur stök, alsof ut sterve altièd maar vaerder geit
Noeëts in eine kièr

Ik draag ut beej mich, altied weer ein ander geveul
Ut jeukt en ut kratst, soms heb ik ut hielemaol gehad
Maar altièd, maar altièd, jao altièd zit ut örges
Örges opgeslage um d’er noeëts mier oèt te gaon

Nao al die jaore, steeds weer ein bietje verlaore, verlaere geit noeëts in eine kièr
Bietje beej bietje, stök veur stök, alsof ut sterve altièd maar vaerder geit
Noeëts in eine kièr

Ik draag dich beej mich, ónder mien huid, ik draag dich beej mich, ónder mien huid
Alsof ut sterve altièd maar vaerder geit, maar vaerder geit

Nao al die jaore, steeds weer ein bietje verlaore, verlaere geit noeëts in eine kièr
Bietje beej bietje, stök veur stök, alsof ut sterve altièd maar vaerder geit

Noeëts in eine kièr Nao al die jaore, steeds weer ein bietje verlaore, verlaere geit noeëts in eine kièr
Bietje beej bietje, stök veur stök, alsof ut sterve altièd maar vaerder geit
Noeëts in eine kièr

Alsof ut sterve altièd maar vaerder geit, noeëts in eine kièr
Noeëts in eine kièr


Ik draag je bij me, elk stukje, elke vezel in mijn lijf
Het schreeuwt soms, dan weer is het stil in mij
Maar altijd, maar altijd, ja altijd zit het ergens
Ergens opgeslagen om er nooit meer uit te gaan

Na al die jaren, ik kan het niet verklaren
Verliezen gaat nooit in een keer
Beetje bij beetje, stuk voor stuk
Alsof het sterven altijd maar verder gaat

Ik draag je bij me, altijd weer een ander gevoel
Het jeukt en het krast, soms heb ik het helemaal gehad
Maar altijd, maar altijd, ja altijd zit het ergens
Ergens opgeslagen om er nooit meer uit te gaan

Na al die jaren, ik kan het niet verklaren
Verliezen gaat nooit in een keer
Beetje bij beetje, stuk voor stuk
Alsof het sterven altijd maar verder gaat

Ik draag je bij me onder mijn huid, ik draag je bij me onder mijn huid
Alsof het sterven altijd maar verder gaat, maar verder gaat

Na al die jaren, ik kan het niet verklaren
Verliezen gaat nooit in een keer
Beetje bij beetje, stuk voor stuk
Alsof het sterven altijd maar verder gaat
Na al die jaren, ik kan het niet verklaren
Verliezen gaat nooit in een keer
Beetje bij beetje, stuk voor stuk
Alsof het sterven altijd maar verder gaat

Alsof het sterven altijd maar verder gaat


TOP

Bang

Bang

Ik bin bang um allein te zien, bin bang als ik s’morges wakker weer
Bang veur de laegte en de pien, als ik michzelf dinke huur
Ik bin bang veur ut onbekinde, dörf neet ens ech met dich te praote

Ut veur is gedouf, ut veur brand neet mier
Ut veur is gedouf, ut veur brand neet mier

Ik bin bang veur de stilte, bin bang veur de dónkere nach
Bang veur beklemmende kilte, weit neet was dich van mich verwachs
Ik bin bang wat veur mich steit, weit neet wie allein te staon
Bang wie uit vaerder geit, en dörf neet beej dich weg te gaon

Ut veur is gedouf, ut veur brand neet mier
Ut veur is gedouf, ut veur brand neet mier
Ut veur is gedouf, Ut veur is gedouf, Ut veur is gedouf

Ik bin bang veur ut laeve, bang veur de leefde, bang um te laeve, ik bin bang


Ik ben bang om alleen te zijn, ben bang als ik smorgens wakker word
Bang voor de leegte en de pijn, als ik mezelf denken hoor
Ik ben bang voor het onbekende, durf niet eens echt met jou te praten
Bang als ik jou beminde en om je voorgoed te verlaten

Het vuur is gedoofd, het vuur dat brandt niet meer
Het vuur is gedoofd, het vuur dat brandt niet meer

Ik ben bang voor de stilte, ben bang voor de donkere nacht
Bang voor beklemmende kilte, weet niet wat jij van mij verwacht
Ik ben bang wat voor me staat, weet niet hoe alleen te staan
Bang hoe het verder gaat en om bij je weg te gaan

Het vuur is gedoofd, het vuur dat brandt niet meer
Het vuur is gedoofd, het vuur dat brandt niet meer

Het vuur is gedoofd, het vuur is gedoofd, het vuur is gedoofd

Ik ben bang voor het leven, bang voor de liefde, bang om te leven
Ik ben bang


TOP

Spiet

Spiet

Ut spiet mich ech, veur alle leid, kós ik de tiëd maar bevreeje van alle stómmiteit

Dich waas te jónk um tösse veure in te staon
Vuuël te jónk um met probleme um te gaon
Vuuël te jónk um te begriepe deurum zing ik noow, berauwvol

As ik ut euver kós doon, zoel ik de kleure en alle geure en alle ‘t moeëjs herschikke
In un raegeboog, en dreume schrieëve, beej dich bliève en dich bescherme taege
Storm en windkrach ach, ik waas sterk ging aan ut werk en belaofde det ik
Noow er ech zoel staon, als de zón en volle maon

Ut spiet mich ech, veur alle leid, kós ik de tiëd maar bevreeje van alle stómzinnigheid

Ik waas te laf um ech te keeze veur ‘t gelök
Vuuël te laf en had ut meistal vuuël te drök
Vuuël te laf um te begriepe deurum zing ik noow, berauwvol

As ik ut euver kós doon, zoel ik de kleure en alle geure en alle ‘t moeëjs herschikke
In un raegeboog, en dreume schrieëve, beej dich bliève en dich bescherme taege
Storm en windkrach ach, ik waas sterk ging aan ut werk en belaofde det ik
Noow er ech zoel staon, als de zón en volle maon
Storm en windkrach ach, ik waas sterk ging aan ut werk en belaofde det ik
Noow er ech zoel staon, als de zón en volle maon


Het spijt me echt voor alle leed
Kon ik de tijd maar bevrijden van wat ik je aandeed

Je was te jong om tussen vuren in te staan
Veel te jong om met problemen om te gaan
Veel te jong om te begrijpen, daarom zing ik nu, berouwvol

Als ik het over kon doen, zou ik de kleuren
Alle geuren en alle zonnestralen herschikken
In een regenboog, dromen schrijven
Bij je blijven om je te beschermen tegen
Storm en windkracht acht
Ik was sterk, ging aan het werk en beloofde dat ik
Nu er echt zou staan, als de zon en de volle maan

Het spijt me echt voor alle leed
Kon ik de tijd maar bevrijden van wat ik je aandeed

Ik was te laf om echt te kiezen voor het geluk
Was te laf en had het meestal veel te druk
Veel te laf om te begrijpen, daarom zing ik nu, berouwvol

Als ik het over kon doen, zou ik de kleuren
Alle geuren en alle zonnestralen herschikken
In een regenboog, dromen schrijven
Bij je blijven om je te beschermen tegen
Storm en windkracht acht
Ik was sterk, ging aan het werk en beloofde dat ik
Nu er echt zou staan, als de zon en de volle maan
Storm en windkracht acht
Ik was sterk, ging aan het werk en beloofde dat ik
Nu er echt zou staan, als de zon en de volle maan

TOP

Mien noeëdlot

Mien noeëdlot

Mien leefde steit weer ens aope veur dich, ‘k liek waal gek
Ik snap gewoeënweg niks mièr van wee ik bin
Ik drei in circels, heb aan inzich ein giganties groeëts gebrek
‘t zit mich taege, maak dich oèt de veut, waat einen ónzin

Dich steis te meujlik in ’t laeve, maks mich langzaamaan kepot
Toch blief ik aan dich plekke, dich bis mien noeëdlot

Waat zoel diene man zegge als hae heej van wis
En ik bin echt neet de ièrste in die hiele lange rie
Bis dich de letste kopere nagel aan miene doeëdskis
In dit tenielstök heb ik de houfrol en dich de regie

Dich steis te meujlik in ’t laeve, maks mich langzaamaan kepot
Toch blief ik aan dich plekke, dich bis mien noeëdlot

Oeh, maak dich weg

Mien leefde steit weer ens aope veur dich, ‘k liek waal gek
Ik snap gewoeënweg niks mièr van wee ik bin
Ik drei in circels, heb aan inzich ein giganties groeëts gebrek
‘t zit mich taege, maak dich oèt de veut, waat einen ónzin

Dich steis te meujlik in ’t laeve, maks mich langzaamaan kepot
Toch blief ik aan dich plekke, dich bis mien noeëdlot


Mijn liefde staat weer eens open voor je, ik lijk wel gek
Ik snap niets meer van wie ik ben
Ik draai in cirkels heb aan inzicht een gigantisch groot gebrek
Het zit me tegen, maak je uit de voeten, wat ‘n onzin

Jij staat te moeilijk in het leven, maakt me langzaamaan kapot
Toch blijf ik aan je plakken, jij bent mijn noodlot

Wat zou je man zeggen als hij hier van wist
En ik ben echt niet de eerste met deze allergie
Ben jij de laatste koperen nagel aan mijn doodskist
In dit toneelstuk heb ik de hoofdrol en jij de regie

Jij staat te moeilijk in het leven, maakt me langzaamaan kapot
Toch blijf ik aan je plakken, jij bent mijn noodlot

Oeh, maak dat je weg komt

Mijn liefde staat weer eens open voor je, ik lijk wel gek
Ik snap niets meer van wie ik ben
Ik draai in cirkels heb aan inzicht een gigantisch groot gebrek
Het zit me tegen, maak je uit de voeten, wat ‘n onzin

Jij staat te moeilijk in het leven, maakt me langzaamaan kapot
Toch blijf ik aan je plakken, jij bent mijn noodlot


TOP

Kwetsbaar

Kwetsbaar

Bin hiël veurzichtig, met waat breekbaar is, gebroake waas, aanein geliemp en twieëde hands
Streel mich umzigtig, ‘tis zoeë veurbeej, ut kin niks aan, ut velt oëtein, verrassend klein

Ik weit, ik kom gans anders euver, ‘tis stoerder dan ut liek, maar wets se
Bin hiël veurzigtig, tis kwetsbaarder dan ut liek

Bin hiel zaachaardig, ik bin gekwetst, werd neet gezeen, mien hert geplet, aan de kant gezet
Leid mich veurzichtig, met zaachte hand, snel weg van heej, de wermte in, met taegezin
Ik weit, ik kom gans anders euver, ut is neet waat ut liek, maar wet se
Bin hiël veurzichtig, tis kwetsbaarder dan ut liek

Gewikt en gewoage, eine kier te vuuël verloare, mien hert aanein geliemp
Ut is neet waat ut liek, ut is neet waat ut liek

Ik weit, ik kom gans anders euver, ‘tis stoerder dan ut liek, maar wets se
Bin hiël veurzichtig, tis kwetsbaarder dan ut liek
‘Tis kwetsbaarder dan ut liek


Ben heel voorzichtig met wat breekbaar is
Gebroken was, aaneen gelijmd en tweede hands
Streel me omzichtig, het is zo voorbij
Het kan niets aan, het valt uiteen, verrassend klein
Ik weet, ik kom heel anders over, ‘tis stoerder dan het lijkt, maar weet je
Ben heel voorzichtig, ‘tis kwetsbaarder dan het lijkt

Ben heel zachtaardig, ik ben gekwetst
Werd niet gezien, mijn hart geplet, aan de kant gezet
Leidt me voorzichtig, met zachte hand ver weg van hier
De warmte in, met tegenzin
Ik weet, ik kom heel anders over, ‘tis niet wat het lijkt, maar weet je
Ben heel voorzichtig, ‘tis kwetsbaarder dan het lijkt

Gewikt en gewogen, een keer teveel verloren, mijn hart aaneen gelijmd
Het is niet wat het lijkt, het is niet wat het lijkt

Ik weet, ik kom heel anders over, ‘tis stoerder dan het lijkt, maar weet je
Ben heel voorzichtig, ‘tis kwetsbaarder dan het lijkt
Kwetsbaarder dan het lijkt, kwetsbaarder dan het lijkt


TOP

De rave van de Groeëte Baek

De rave van de Groeëte Baek

De rave van de Groeëte Baek, verstoeëte en verlaote
Veur doeëd achtergelaote, eur wereld huùrt neet beej ôs
Ens oèt ut laeve gevlucht, verlange ze alle truuk
Um te waere tot wae ze bestump woorte te zien

De rave van de Groeëte Baek, herinnere lang vervlaoge daage
Femilie kwaam neet opdaage, opgeslaote in eur kop
Ze dreie cirkels in de lóch, verlange alle truuk
Um te waere tot wae ze bestump woorte te zien

Geef mich miene naam, geef mich miene naam
Ik leg mien zwarte vaere aaf en kom waer thoès

De rave van de Groeëte Baek, vlege nog eine kier op en naer
Waere zichtbaar weer, eur nummer krièg un naam
En in vogelvlug, kìert idderein truuk
Um te waere tot wae ze bestump woorte te zien

Geef mich miene naam, geef mich miene naam
Ik leg mien zwarte vaere aaf en kom waer thoès


De raven van de Grote Beek, verstoten en verlaten
Voor dood achter gelaten, hun wereld hoort niet bij ons
Eens uit het leven gevlucht, verlangen ze allen terug
Om te worden tot wie ze bestemd waren te zijn

De raven van de Grote Beek, herinneren aan lang vervlogen dagen
Familie kwam niet opdagen, opgesloten in hun hoofd
Ze draaien cirkels in de lucht, verlangen allen terug
Om te worden tot wie ze bestemd waren te zijn

Geef me mijn naam, geef me mijn naam
Ik leg mijn zwarte veren af en ik kom weer thuis
Geef me mijn naam, geef me mijn naam
Ik leg mijn zwarte veren af en ik kom weer thuis

De raven van de Grote Beek, vliegen nog een keer op en neer
Worden zichtbaar weer, hun nummer krijgt een naam
En in vogelvlucht keert iedereen terug
Om te worden tot wie ze bestemd waren te zijn

Geef me mijn naam, geef me mijn naam
Ik leg mijn zwarte veren af en ik kom weer thuis
Geef me mijn naam, geef me mijn naam
Ik leg mijn zwarte veren af en ik ben weer thuis


TOP

Veur altièd

Veur altièd

Soms, wet se, ut gebeurt gewoeën, de zees löp se met mich mei
En ‘s aoves nao ut aete, vreug se, bleif se astebleef nog efkes heej
En ‘smorges in ut vruùge ochtend leech, is dit waat se hads gedach
En deep in dich zeet dien stum, nae, dit is neet waor ik op had gewach

Is dit is veur altièd, veur altièd, ieuwig en altièd

Soms, wet se, gebeurt ut gewoeën, de zees löp se met mich mei
En ‘s aoves nao ut aete, vreug se bleif se astebleef nog heej
Smorges in ut vruùge ochtend leech, is dit waat se hads gedach
En deep in dich zeet dien stum, jao, dit is waor ik op had gewach

Jao, dit is veur altièd, veur altièd, ieuwig en altièd
Jao, dit is veur altièd, veur altièd, ieuwig en altièd


Soms, weet je, het gebeurt gewoon, je zegt loop je met me mee
En ‘s avonds na het uitgaan vraag je, drink je nog een kopje thee
‘s morgens in het vroege ochtendlicht, is dit wat je had gedacht
En diep in je zegt een stem, nee, dit is niet waar ik op had gewacht

Is dit voor altijd, voor altijd, eeuwig en altijd
Is dit voor altijd, voor altijd, eeuwig en altijd

Soms, weet je, het gebeurt gewoon, je zegt heej loop je met me mee
En ‘s avonds na het uitgaan vraag je, drink je nog een kopje thee
‘s morgens in het vroege ochtendlicht, is dit wat je had gedacht
En diep in je zegt een stem, ja, dit is waar ik op had gewacht

Dit is voor altijd, voor altijd, eeuwig en altijd
Dit is voor altijd, voor altijd, eeuwig en altijd


TOP

© 2009 to 2022 - Jos Hol